Meteen naar de inhoud

Profielen van Betts & Neihart – Risico leerling

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee type risico leerlingen. Enerzijds de sociaal té aangepaste leerling en anderzijds de onaangepaste. In beide gevallen lopen kinderen vast op school, kunnen en/of willen niet meer functioneren. Ook problemen thuis zijn een mogelijkheid om hier terecht te komen, variërend van een verkeerde hechting in de jonge jaren als problemen later in de jeugd.

Deze leerling haalt steeds slechtere cijfers, spijbelt, vergeet huiswerk en taken en zoekt overal excuses buiten zichzelf. Hij voelt zich boos, depressief, niet geaccepteerd en kan defensief reageren.

Zoek tijdig naar goede begeleiding! Ook voor thuis. Dit is in bijna alle gevallen noodzakelijk voor een goede afloop.

Risico 1

Deze leerling is creatief en gevoelig.

Hij of zij is niet (meer) gemotiveerd voor school, zoekt buitenschoolse uitdagingen om zijn interesses te volgen, spijbelt vaak en werkt inconsistent.

Het kind heeft een negatief zelfbeeld. Dit uit zich vaak in verwaarlozing, isolatie en heel kritisch naar zichzelf en anderen zijn. Voelt zich daarnaast snel aangevallen en afgewezen.

Absolute onderpresteerder (haalt niet alleen lagere cijfers dan hij -als begaafde- kan, maar ook lagere cijfers dan de “rest” van de klas). Dit kind heeft baad bij alternatieve leerervaringen.

Risico 2

In een gunstig geval zie je nog wel inzet voor specifieke schoolse activiteiten (m.n. creatieve en/of waar eigen keuzes gemaakt mogen worden); een portfolio, op bepaalde subtesten van intelligentietests laat hij/zij vaak wel talenten zien.

De omgeving ziet vaak vooral het negatieve gedrag; maakt zich zorgen/is boos/ bang.

Deze leerling heeft het nodig dat door dit negatieve gedrag heen geprikt wordt.

In gesprek met de ouders het levensverhaal terug halen; bijzondere en positieve kanten zichtbaar maken.

Behoeften voor beide:

Kan het kind zich terugvinden in een andere setting?

Doelen zoeken in het leven (korte termijn)

Motivatie terugkrijgen

Laat merken dat je vertrouwen hebt in zijn kunnen, in zijn verantwoordelijkheid en in zijn capaciteiten. Zodra je kinderen uit bv een plus programma haalt, zeg je eigenlijk dat je denkt dat hij het niet kan. Probeer dat dus te vermijden.

*Eigenlijk altijd met hulp van een coach/ psycholoog/organisatie  

Gedragskenmerken:

  • Neemt onregelmatig deel aan onderwijs
  • Maakt taken niet af
  • Zoekt buitenschoolse uitdaging
  • Zoekt spanning (thrill seeking)
  • Laag zelfbeeld
  • Verwaarloost zichzelf
  • Isoleert zichzelf
  • Bekritiseert zichzelf en anderen
  • Verstoort, reageert af
  • Is creatief
  • Werkt inconsistent
  • Presteert gemiddeld of minder
  • Is defensief
  • Voelt zich niet geaccepteerd
  • Verzet tegen autoriteit

Behoeften:

  • Veiligheid en structuur
  • Een individueel programma
  • Een andere omgeving als alternatief
  • Confrontatie en verantwoordelijkheid
  • Professionele counseling
  • Richting en korte termijn doelen

Ondersteuning/begeleiding thuis:

  • Zoek begeleiding voor het gezin
  • Machtsstrijd vermijden
  • Betrokkenheid tonen voor buitenschoolse activiteiten
  • In gesprek blijven gaan (beschikbaar zijn)
  • Aanspreken op verantwoordelijkheid, kind houdt verantwoordelijkheid!
  • Straffen beperken tot een minimum
  • Blijven investeren in de relatie

Ondersteuning/begeleiding school:

  • Verwachtingen op peil houden, niet naar beneden bijstellen
  • Leerling behoudt verantwoordelijkheid
  • Houd leerling niet weg van uitdingen/ plusaanbod etc
  • Niet-traditionele studievaardigheden organiseren
  • Verdieping en mentorschap aanbieden
  • Coachen met betrekking tot de schoolloopbaan
  • Veerkracht bevorderen (flexibiliteit)
  • Bespreek alternatieve mogelijkheden
  • Met de ouders/begeleiders in gesprek gaan (huisbezoeken)