Meteen naar de inhoud

Profielen van Betts & Neihart – Betts & Neihart

Hoewel vaak gedacht wordt dat iedere ouder wil dat zijn of haar kind slim is, dat iedere ouder daar trots op is en dat waarschijnlijk wel van de daken wil roepen, lijkt dat toch niet op te gaan voor ouders van (vermoedelijk) hoogbegaafde kinderen. Veel ouders zitten juist met vragen en zijn terughoudend om de hoogbegaafdheid te benoemen. Misschien herken je ook wel de vooroordelen die bestaan over hoogbegaafde mensen. Wellicht herken je het ‘ja, maar’ gevoel; is mijn kind wel hoogbegaafd? Past hij wel binnen wat ik ken als typisch hoogbegaafd?

In deze module ga je lezen dat begaafdheid vele gezichten kent. Je vind oa informatie over de profielen van Betts & Neihart. Maar wat zijn dat eigenlijk? Op grond van jarenlange ervaring in de vorm van observaties, interviews en literatuuronderzoek hebben Betts & Neihart (1988; 2010) zes profielen opgesteld. Dit is gedaan om aan te geven dat het bij hoogbegaafde kinderen niet gaat om een homogene groep kinderen, maar juist dat er veel variatie is binnen deze groep. De zes profielen geven informatie over gedrag, gevoelens en behoeften van verschillende typen begaafde en getalenteerde leerlingen. En hoewel deze niet speciaal zijn gemaakt voor het onderwijs, werd het wereldwijd wel omarmd door het onderwijs.

Eigenlijk gewoon zes hokjes waar kinderen in moeten passen?? Ja en nee. Het heeft niet als doel om hoogbegaafde kinderen te labelen in een profiel. Dit is misschien ook wel de reden dat deze profielen buiten het onderwijs weinig bekend zijn. We hebben het er steeds over dat ieder kind uniek is en ieder zijn eigen talenten heeft. Dit is een heel goede tendens. Maar…soms weet je het gewoon even niet meer. Soms zit je gewoon met de handen in het haar. Hoe moet ik mijn kind aanspreken, wat heeft hij of zij nodig, Je ziet ze verpieteren of misdragen en weet niet wat te doen. Is dat herkenbaar?

Dan kunnen die profielen van Betts en Neihart net die handvatten bieden om de stappen te zetten die nodig zijn. Duidelijkheid geven en een richting bepalen. Dat maakt dat die profielen waardevol zijn, ook buiten het onderwijs. Je vind in de module de beschrijving van deze 6 profielen. Bij ieder type zie je de kenmerken en behoeften, zowel thuis als op school. Er wordt veel gesproken over ‘leerling’ ipv ‘jouw kind’, dit is omdat het vanuit die invalshoek ontwikkeld is door Betts en Neihart. Klik hieronder op het plaatje om de informatie van het profiel te lezen.

Aan het eind van deze module vind je een schema om zelf aan de slag te gaan met concrete stappen voor jouw kind. Zijn er strubbelingen op school, vul die lijst dan thuis rustig in en neem het vervolgens mee zodat er op school ook over gepraat kan worden. Denk in kansen!

Het is mogelijk dat jouw kind niet helemaal in één profiel past; regelmatig zie je een overlap van twee profielen. Ook kan het zijn dat een kind bijvoorbeeld zelfsturend autonoom op school kwam, maar steeds verder afzakt naar aangepast succesvol. Dan is het goed om te kijken welke behoeften daar liggen om een kind weer meer richting zelfsturend autonoom te krijgen.

Klik onder de afbeelding op het profiel waar je over wilt lezen. Je vind dan de informatie en alle tips, behoeften en handvatten op een rij.

Let op: Het is goed om je te realiseren dat het slechts theoretische modellen zijn. Het gaat om observeren; wat zie je, wat herken je en wat is helpend. Een profiel is geen vaststaand hokje, maar een plek om vanuit te groeien. Het model is inspirerend en helpend door de concrete handvatten. Het model moet niet gezien worden als een diagnostisch classificatiemodel; kinderen kunnen niet gelabeld worden met een profiel. Zodra je gaat denken “mijn kind ís…” ontstaat het gevaar dat je gaat denken in beperkingen. Daarmee mis je het doel. Niets staat vast en kinderen veranderen en ontwikkelen zich. Daarom nogmaals; wat is helpend, denk in kansen.


Mobiele versie afsluiten